Met huistaken en lessen willen wij de school nog eventjes thuis laten voort duren. Zo weet u en kan uw kind tonen waar het op school mee bezig is. Geef hen hiervoor de nodige ruimte en tijd. Lessen leren en taken maken is een leerproces en daar besteden wil in de 6 jaren ook de nodige aandacht aan. Merkt u problemen, meldt deze dan zo vlug mogelijk aan de klastitularis.
10 minuten
20 minuten
30 minuten
40 minuten
50 minuten
60 minuten
Er wordt zo weinig mogelijk huiswerk meegegeven. Sommige taken bestaan uit moetjes (moet gemaakt worden) en magjes (mag gemaakt worden). Dagelijks kan het lesje luidop lezen geoefend worden. Op woensdag en vrijdag krijgen de kinderen nooit huistaken of lessen mee.
Op woensdag en vrijdag krijgen de kinderen nooit huistaken of lessen mee. Op de andere dagen zijn er meestal vaste lessen of taken luidop lezen, woordpakket van spelling oefenen of een rekentaak.
Op maandag, dinsdag en donderdag krijgen de kinderen een les of taak mee naar huis, afwisselend taal en rekenen. Soms kan deze taak al een voorbereiding zijn op een komende activiteit (opzoekingswerk). Op woensdag en vrijdag nooit taken.
Vanaf het 4de leerjaar wordt belang gehecht aan het leren plannen. De kinderen krijgen al eens een taak opgelegd waar zij meer dan 1 dag de tijd voor krijgen. Achter de taak volgt dan tussen haakjes tegen welke datum zij hiermee klaar moeten zijn. Een huistaak wordt dikwijls gezien als inoefening op de les die zij die dag ook opgekregen hebben. Op vrijdag kunnen zij ook al eens een les hebben.
De kinderen worden middeltjes aangereikt om te leren plannen en te leren leren. Met vraagjes en antwoorden werken, samenvatten, vertellen, geheugentraining, dit komt allemaal aan bod. Huistaken en lessen kunnen elke dag voorkomen. De tweede taal Frans vraagt thuis ook veel oefentijd.
Huistaken en lessen kunnen elke dag voorkomen. Ook hier leren zij hun taken en lessen plannen en spreiden. Een taak kan al eens wat opzoekingswerk vergen. Iets afwerken, iets wat niet of onvoldoende gekend is, inoefenen.
De meeste kinderen maken huiswerk gemakkelijker in een rustige omgeving. Maar ze moeten ook het gevoel hebben dat ze er niet alleen voor staan. Tv en radio even uit, spelende broers en zussen uit de buurt houden en zelf in de buurt blijven of regelmatig even langslopen. Dat helpt.
Bekijk even de agenda. Dan weet u wat uw kind te doen staat. Maak een planning. Als u samen de volgorde van de taken bepaalt en probeert om daar een realistische tijdsplanning op te kleven, krijgt het huiswerk structuur en een timing. Een berg huiswerk en lessen wordt dan een overzichtelijke klus. Uw kind leert zo ook zelf plannen. Gebruik de planning en timing niet als drukkingsmiddel (Binnen een half uur ben je klaar, hé.), wel als hulpmiddel. Geef uw kinderen de tijd. Ze moeten niet klaar zijn omdat wij boodschappen willen doen.
Oplossingen voorzeggen gaat het snelst vooruit. Maar daar helpt u uw kind niet mee. Als uw kind gewend is dat anderen de oplossing voor hem zoeken, gaat het niet meer zelf op zoek. U leert uw kind hulpeloos te zijn. Dat zorgt later voor demotivatie. Doe alsof u het antwoord zelf ook niet weet en ga samen op zoek naar de oplossing. Doe dit voor één of twee oefeningen. De andere oefeningen van dezelfde soort moet uw kind dan maar zelf maken. Huiswerk dient om zelfstandig te leren.
Als een kind een oefening niet kan, vraag dan hoe de meester of juf op school dat heeft uitgelegd. “wat weet je nog van in de klas? Wat moet je eerst doen? ” Zo kan u uw uitleg afstemmen op wat in de klas is gezegd. Iets op een andere manier uitleggen dan op school kan voor onnodige verwarring zorgen.
Mag u het huiswerk van uw kind verbeteren? In principe mag dat natuurlijk, maar zorg er wel voor dat de leerkracht een juist beeld behoudt van uw kind. Doe dat in twee stappen. Stap 1: Zeg hoeveel fouten er in het huiswerk zitten maar niet waar. Uw kind kan zelfde de fout en de oplossing zoeken. Stap 2: Zeg waar de fout zit en leg eventueel opnieuw uit. Duid aan waar u geholpen hebt. De leerkracht kan dan nakijken wat precies fout loopt. Kinderen weten graag hoever ze staan. Of ze iets goed of slecht kunnen. Huiswerk mag geen test zijn, maar veeleer een onderzoek. Beter acht op tien voor Jonas, dan tien op tien voor mama.
Uw kind zit lang aan zijn huiswerk, of integendeel, veel te kort. Overleg even met de leerkracht. Hij kan vertellen hoe lang de kinderen van de klas er gemiddeld over doen. Soms kan u in overleg met de leerkracht een maximum bepalen. Alles wat daarna niet klaar is, maakt uw kind niet meer. De voorwaarde is wel dat uw kind op de beschikbare tijd geconcentreerd doorwerkt.
Een zesdeklasser hoeft natuurlijk niet dezelfde hulp te krijgen als een eersteklasser. Huiswerk maken is groeien naar zelfstandigheid. Het ene kind is al vlugger zelfstandig dan het andere. Het hangt ook een beetje af van vak tot vak. Verleg telkens de uitdaging voor uw kind. Het is voor een kind van het eerste secundair toch wel even schrikken als u zegt: “Nu help ik niet meer”. Tenzij dat moment voorbereid is.
Lessen leren is heel anders dan huiswerk maken. Uw kind moet dan geen taak maken, maar leerstof verwerken (en onthouden). Belangrijk is dat uw kind weet wat de leerkracht verwacht: iets uit het hoofd leren, iets toepassen, voorbeelden zoeken… Wat moet het kennen en kunnen? Hierbij kan u uw kind helpen. Als het dat weet, kan het zijn les leren en zélf vragen verzinnen. Uw kind houdt zijn leerproces zo zelf in de hand. Nadien kan u de les wel opvragen, maar maak uw kind niet van u afhankelijk. Leer het zelfstandig leren.
Als u een les opvraagt, stel de vragen bv. In een andere volgorde of op een onverwachte manier. Zoek zelf naar nieuwe toepassingen…
Huiswerk maken is communiceren met de school. Vraag aan de leerkracht of u bemerkingen in de agenda mag schrijven. Stimuleer uw kind ook zelf om uitleg te vragen. Met de leerkracht over huiswerk en lessen praten zorgt ervoor dat hij uw kind beter volgt.
De tips hierboven komen van Karel Moons, kinderpsycholoog die kinderen met hun huiswerk begeleidt.
Elk huiswerk brengt een brok school binnen. Huiswerk moet niet vervelend zijn. Het kan een aanleiding zijn om over het dagelijks werk in de klas te praten. Zo brengt huiswerk thuis en school dichter hij elkaar. Ouders die huiswerk begeleiden moeten niet zozeer bezig zijn met het resullaat van het huiswerk, maar wel met wat er gebeurt in het hoofd van het kind, het proces.